Het leven, het leven.

Ik heb mijn hart verloren en de planten water gegeven. Ik heb de was gestreken, netjes opgevouwen. Ik heb de wolken geteld, een boterham gegeten en de hond uitgelaten. Ik heb een hond gekocht. Ik heb het glas hersteld en de scherven geteld. Vijventwintig. Ik heb een hart besteld. Direct leverbaar en levensbaar.

Ik heb een kind gebaard. In het zilte water van mijn tranen. Ik heb de hond uitgelaten, het gekende pad verlaten. Ik heb het kind grootgebracht, met boterhammen en een uitklapbare ladder naar de hemel. Ik heb jou gemist. Ik heb de mist de mist laten zijn.

Ik heb mijn hart opnieuw bewoond. De hond afgericht en mezelf opgericht. De ruimte ingericht. Ik heb de gordijnen niet gehangen, de deuren niet gesloten. Ik heb het licht het licht laten zijn. Ik heb de hond de hond laten zijn. Ik heb mij mij laten zijn.

Ik laat het leven het leven zijn.

Ik laat de liefde de liefde zijn.

Eva Baert