Om van te houden.

Ik ben moeilijk om van te houden. 

Dat zeggen niet zij die van me houden. Maar ik, die het moeilijk vind om van gehouden te worden.
Door zij die ongegeneerd en ontegensprekelijk zomaar van me lijken te blijven houden. 

Dat is nu eenmaal zo, zeggen ze dan. Met een vanzelfsprekendheid die zowel bevreemdend als bevrijdend aanvoelt. Alsof het hen niet alle moeite van de wereld kost, om zomaar te houden van.

Dus houd ik, vast aan de gedachte dat ik moeilijk ben om van te houden.
Het is een wederkerige liefde, die gedachte en ik. Als een reddingsboei klamp ik me vast aan haar, wanneer ik dreig te gaan houden van. 

Van al diegenen die van me houden. En al diegenen die niet van me houden. De hele wereld, zou je kunnen zeggen. Want hoe beslis je van die ene te gaan houden, en niet van de andere. Hoe richt je jouw hart zo precies (af) dat het enkel hem of haar raakt, en niemand anders. 

Ik ben moeilijk om van te houden, omdat ik ergens onderweg leerde dat houden van gelimiteerd is. Een eindige bron voorwaardelijke liefde. Als een bezetene bedacht ik mijn weg door een niet te bedenken landschap.

Liefde.

(Hoe makkelijk om van je te houden)

Gooi me overboord in jouw woeste wateren. 

En ik zal eindelijk gered zijn. 

Eva Baert