Bron

Ik zoek een moeder, 
in elke vrouw die ik zie.
Die me woordeloos naar zich toe zuigt.
Mijn hart te slapen legt en de hemel toedekt.
Tot ik rust genoeg ben om de spanning te verdragen.

Ik zoek een vader,
in elke man die ik niet ken.
Die de spieren in mijn rug rechttrekt.
De weg voor me wijst en me geruisloos gadeslaat.
Tot ik zeg ‘ik kan het!’, en eindelijk begrijp wat dat betekent.

Ik zoek een broer,
in elke jongen die voor me loopt.
Die me uitdagend het verkeerde been op brengt.
Mijn evenwicht wegblaast en daarna zelf de barricade vormt.
Tot ik sterk genoeg ben om ter plekke te blijven staan.

Ik zoek familie,
in elke groep die me omringt.
Die me opslokt als een walvis, zo gulzig.
Me binnenhoudt tot ik goed en wel voldaan ben.
Tot ik heel genoeg ben om ook buiten hen te kunnen gaan.

Ik zoek een wereld,
in elke samenleving die ik bewoon.
Die me welkom heet.
Me ten volle behapt en mijn veiligheid verzorgt.
Tot ik thuis genoeg ben om de buren te groeten.

Ik vind mezelf,
in elke vezel die mijn lijf omhult.
In alles wat ik zoek in jou.
In alles wat me terugbrengt naar mij.



Eva Baert